echtgenoot/echtgenote, samenwonende partner of een kind van zichzelf of van zijn/haar partner.
De eerste drie dagen moet de werknemer verplicht opnemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige zeven dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.
Recht op rouwverlof bij langdurige en kortdurende pleegzorg
Ook bij langdurige en kortdurende pleegzorg heeft een werknemer recht op 10 dagen rouwverlof bij het overlijden van een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner pleegouder is of was in het kader van langdurige pleegzorg. Het rouwverlof wordt volgens dezelfde modaliteiten opgenomen als bij het overlijden van de echtgenoot, samenwonende partner of een kind.
Bij het overlijden van een pleegouder heeft de werknemer recht op drie dagen rouwverlof op het moment van overlijden, op te nemen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.
Bij het overlijden van een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner pleegouder is in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden heeft de werknemer recht op 1 dag rouwverlof, op te nemen op de dag van de begrafenis.
Voor meer informatie over het rouwverlof kan je terecht op de website van werk.belgie.be.